Sanja Bouman, programmamanager Frieslab
‘De kracht van Mienskipssoarch is dat het simpele oplossingen zoekt. Mienskipssoarch verlaat oude zorgpaden, stelt andere vragen. Bij de klant thuis, aan de keukentafel, komt de Meitinker eerder achter de werkelijke behoefte. De vraag achter de vraag. Zo wordt de klant het best geholpen. En het is vaak goedkoper.
Neem nou Antje Loorbach uit het Friese Grou. Ze was in de schuldhulpverlening terecht gekomen. Maar alle hulpverleners werkten langs elkaar heen. Toen kwam de Meitinker langs. Antje werd voor het eerst gevraagd wat ze zèlf dacht nodig te hebben, en wat ze zèlf kon doen.
Antje zei dat het geen doen was om al die loketten af te lopen. Ze vroeg en kreeg enveloppen met een postzegel er op. De voedselbank was volgens Antje te ver weg. Die kwam vervolgens bij Antje aan huis. Intussen is de schuld gesaneerd. Verdere hulp is niet meer nodig. Antje en haar gezin redden zich weer.
Frieslab, dat oplossingen bedenkt voor knelpunten in de ketenzorg, is net zo nuchter als Mienskips-soarch. De praktijkverhalen van Mienskipssoarch worden verzameld en geanalyseerd. Op basis daarvan maakt Frieslab landelijk toepasbare modellen.
Niet overal zijn Meitinkers voor handen. Maar er zijn wel wijkverpleegkundigen, Wmo-loketmedewerkers en maatschappelijk werkers die ook slim zijn in ontzorgen. Frieslab heeft voor hen het model Ondersteuning op Maat ontwikkeld. Het uitgangspunt is: sobere zorg waar mogelijk, hoogwaardige zorg waar nodig. Niet overal hoeft direct een hbo-opgeleide cliëntondersteuner naar toe. Het gaat om de juiste houding. En het kennen van je grenzen. Als cliëntondersteuner moet je weten wanneer je advies aan een specialist moet vragen.
Elke gemeente kan het model gebruiken. Praktijk en theorie gaan hand in hand. De gemeente gooit niet overboord wat al goed werkt. Die sluit aan bij dat wat er al is. Dat hebben ze bij Mienskipssoarch heel goed begrepen.'