‘Samen in de markt iets bereiken wat in je eentje niet te realiseren is’
‘Samen in de markt iets bereiken wat in je eentje niet te realiseren is’
Bellen met… Gert van Dijk, professor Cooperative Business Administration and Management aan Nyenrode Business Universiteit.
Waar komt dat fenomeen coöperatie eigenlijk vandaan?
‘Coöperaties zijn ontstaan als een soort “derde weg”. In de sterk liberale samenleving van eind negentiende eeuw was sprake van een grote ongelijkheid in marktmacht. Dat riep reacties op. Zo was daar het socialistische/ communistische ideaal: de arbeidende klasse zou een “tegenmacht” moeten vormen tegen de kapitalisten. Op basis van onderlinge solidariteit moest de macht overgenomen worden. Vooral boeren en middenstanders stonden daar wat ambivalent tegenover. Vanuit hun liberale cultuur – in hun hart zijn middenstanders kapitalisten – waren ze niet blij met een “alles-voor-iedereencultuur”, maar aan de andere kant “leerden” ze van de socialisten dat solidariteit van groot belang is om als kleine zelfstandige overeind te kunnen blijven in een onevenwichtige markt. Want niet alleen de arbeider maar ook de kleine zelfstandige werd uitgebuit. Afnemers van agrarische producten en leveranciers van boeren en middenstanders hadden oligopolistische of zelfs monopolistische macht: groot tegen klein. En dus gingen vooral kleine zelfstandigen coöpereren: samen inkopen (inkoopmacht vormen), samen verkopen (verkoopmacht vormen), samen expertise inhuren of uitwisselen (kennis is macht), onderling spaargeld uitlenen, onderling verzekeren, enzovoort.’
Dus een soort socialistisch ideaal?
‘Soms lijkt het zo, omdat een coöperatie alleen slaagt als er sprake is van onderling vertrouwen en onderlinge verbondenheid. Maar zeker in het Nederlandse model is altijd bewaakt dat dat op een zakelijke, liberale basis moet. Voor leden van coöperaties staat de eigen zelfstandigheid, de eigen beschikkingsmacht voorop. Het gaat om mensen die hun eigen ding willen doen, maar niet de aspiratie hebben om een “wereldmacht” te vormen. En als je die aspiratie niet hebt, is er een nuttig alternatief: “Eendracht maakt macht”. Dan gaat het niet om ideologische eendracht, maar puur om het idee dat je samen in de markt iets kunt bereiken wat in je eentje niet te realiseren is.’
Maar tegenwoordig functioneert de markt toch prima?
‘Elke zzp’er weet beter. Het zijn de boeren en middenstanders van vandaag. Welke tak van sport je ook bedrijft: je wordt verondersteld een duizendpoot te zijn. Je moet alles beheersen. Niet alleen de ontwikkelingen in je vak sec, maar ook in de marketing, het management, het kwaliteitsbeheer, noem maar op. En daarin moet je opboksen tegen enorme bedrijven die voor elk aspect een complete afdeling met deskundigen kunnen optuigen. In die zin is de ongelijkheid in marktmacht groter dan ooit tevoren.’
Die skills kun je tegenwoordig toch prima inhuren?
‘Dat is inderdaad zo. Voor heel veel deelactiviteiten kun je servicebedrijven inhuren. Coöpereren wordt vooral interessant als je zeggenschap wil houden over de manier waarop die deelactiviteiten worden ingevuld. Je kunt bijvoorbeeld je product wel laten verkopen door een makelaar, maar als je zeggenschap wil houden over je afzet is een gemeenschappelijke afzetcoöperatie een stuk aantrekkelijker. Dat is een essentieel aspect van dat zelfstandig blijven waar ik het over had. In een coöperatie delegeer je, maar je blijft wel verantwoordelijk, samen met je medeleden.’