‘Ruimte geven om zelf initiatieven aan te dragen’
De gemeente Peel en Maas vindt het belangrijk om inwoners te betrekken bij dorpsontwikkeling. We bellen met Bert Peterse, die ‘sociale coöperaties’ hoog op de agenda heeft staan.
Is dat niet een beetje de omgekeerde wereld, de gemeente die aanzet tot burgerinitiatief?
‘Ja, dat heeft iets dubbels. Maar het is een feit dat we als overheid niet alles meer kunnen regelen en daar zijn we als gemeente graag helder over naar onze inwoners. We willen samen met hen nadenken over hoe we problemen het hoofd gaan bieden en wat we als overheid wel en niet kunnen aanbieden. En ja, daarbij verwachten we dat de gemeenschap ook zelf aanpakt en met oplossingen komt. We staan nog maar aan het begin van dat proces en dat is voor ons ook nog een zoektocht. We organiseren nu zogenaamde kerngesprekken in de dorpen, om te inventariseren waar de dorpen staan, wat ze willen en kunnen en ook met wie we precies in gesprek moeten. Daarbij willen we vooral ruimte geven om zelf initiatieven aan te dragen.’
Natuurlijk zijn er dorpen die van alles zelf kunnen regelen, maar hoe moet dat in een dorp dat niet zo actief is?
‘We zijn nog te kort bezig om uit ervaring te kunnen spreken, maar de soort en mate van initiatief zal inderdaad van dorp tot dorp verschillen. We willen niet ongevraagd als gemeente met allerlei goedbedoelde initiatieven komen. Wel betrekken we bij de kerngesprekken in de dorpen ook mensen die gespecialiseerd zijn in het activeren van bewoners en die hen tijdens het proces kunnen helpen zoeken naar middelen en mogelijkheden. Maar ik erken het spanningsveld.’
Waarom eigenlijk ‘sociale coöperaties’?
‘Ik zie het als een goed middel, uitgevonden door burgers om zelf zaken in eigen beheer te regelen. Het is natuurlijk een beetje een modeterm, die via onze Kadernota in de media terecht is gekomen en synoniem is gaan staan voor alle soorten zelforganisatie van bewoners. In Beringe, een kleine kern met 2100 inwoners, is dat idee van een coöperatie bijvoorbeeld opgepakt. Er moet een nieuw schoolgebouw komen en de bewoners zijn gaan bedenken hoe ze dat nieuwe gebouw zelf kunnen bouwen met lokale aannemers, maar ook handig kunnen combineren met de huidige gebouwen, zoals de kerk, het gemeenschapshuis of verenigingskantines. Dat was aanleiding voor het dorp om ook te denken over verdere samenwerking, zoals een gezamenlijke penningmeester voor de verenigingen. Zo kan er meer met minder. Beringe heeft bij de gemeente aangeklopt en gevraagd of wij geen coöperatie kunnen oprichten om dit soort zaken efficiënt en in eigen beheer te regelen. Daarover zijn we nu in gesprek. Maar ik vind een coöperatie geen tovermiddel of doel an sich. Zo’n samenwerking zou ook de vorm van een stichting of een vereniging kunnen krijgen.’
Heeft u tips voor andere gemeentes?
‘Stel vragen. Wat wil het dorp? Wat verwachten bewoners van ons en welke rol hebben we als gemeente in het proces? Wees daarbij heel duidelijk wat je wel en niet kan betekenen. Het is ook belangrijk om vooraf te bepalen wie de eigenaar is van een proces. Is het een initiatief van de gemeente en mag de gemeenschap meedenken, dan moet de gemeente zelf het initiatief nemen. Als de gemeenschap eigenaar is, dan moet je gepaste afstand houden en kunnen accepteren dat een dorp andere keuzes maakt dan je verwacht, of in een ander tempo dan je zou willen.’