Bellen met…Pieter Hilhorst

‘Gemeenten moeten niet de wijk nemen, maar de wijk ingaan’

De kracht in de samenleving verbinden met de macht van de overheid. Dat is het ideaal van de Amsterdamse wethouder Pieter Hilhorst (financiën, onderwijs en jeugdzaken).

De participatiesamenleving bestaat al lang, maar is nu ontdekt door de politiek. Iedereen geeft er een andere invulling aan. Wat is uw visie hierop?
‘Ik vind het heel goed dat dit onderwerp hoog op de agenda staat. Want er zijn veel Nederlanders die zich voor een ander willen inzetten en hun zaken zelf willen regelen. De overheid kan en moet hen daarbij faciliteren. Helaas hoor ik sommige politici ook zeggen dat de participatiesamenleving in de plaats komt van de verzorgingsstaat. Er is geen geld en mensen moeten maar voor zichzelf zorgen. Dat is onwenselijk.’

Kunt u dat uitleggen?
‘Ondanks het grote aanbod aan vrijwillige hulp, regelt dit zich niet vanzelf. Mensen die problemen hebben, zoeken niet zo makkelijk hulp bij familie, vrienden of buurtgenoten. Bijvoorbeeld omdat ze zich schamen. Professionals kunnen deze mensen helpen om contact te leggen met hun sociale netwerk. De overheid heeft dus een belangrijke stimulerende rol in de participatiesamenleving.’

Wat is ervoor nodig om zo te werken?
‘Je moet de overheid dicht bij de mensen organiseren. Niet over mensen praten, maar mét mensen. Dat gaan we in Amsterdam bijvoorbeeld doen met de jeugdzorg. Onze adviseurs gaan in de wijken werken, zodat ze de buurtbewoners goed leren kennen. Ze weten wie hulp nodig heeft en wie hulp kan bieden, en brengen mensen met elkaar in contact. We hebben hier al goede ervaringen mee. Zo zijn de Eigen Krachtconferenties een succes. Wij organiseren deze bijeenkomsten, waarin mensen samen met bekenden een plan maken voor hulp of zorg bij opvoedingsproblemen. Een ander mooi voorbeeld zijn de zwangerschapscursussen in Amsterdam-Noord. De individuele consulten bij verpleegkundigen hebben plaatsgemaakt voor groepssessies. We zien dat mensen elkaar thuis opzoeken en helpen tijdens en na de zwangerschap.’

Hoe ver bent u in Amsterdam?
‘Er is nog veel te doen. Een groot probleem dat de kracht in de samenleving frustreert is de zogenoemde “verknipte hulpverlening”. Gezinnen hebben vaak meerdere problemen, zoals schulden, verslavingen en kinderen die het niet goed doen op school. Zo’n gezin krijgt verschillende hulpverleners over de vloer die zich met een deel van de problemen bezighouden. De regie is zoek en de problemen worden niet opgelost. Bovendien wordt het gezin met al die hulpverleners over de vloer niet gestimuleerd om het heft in eigen handen te nemen en het eigen sociale netwerk in te schakelen. Gelukkig kan ik daar als wethouder iets aan doen. Daarom krijgen onze professionals meer handelingsvrijheid, zodat ze de problemen in hun samenhang en met de omgeving van het gezin kunnen aanpakken.’

Zijn er nog meer uitdagingen?
‘Een ander probleem is de bureaucratie: alle regels er om heen. Binnen en buiten de gemeente. Onlangs vertelde een vrijwilligster mij dat ze een goede vertrouwensband had opgebouwd met een ex-gedetineerde. Ze kon deze man echter niet optimaal begeleiden, omdat ze zijn reclasseringsmedewerker niet te spreken kreeg. De vrijwilligster is namelijk geen directe familie. Hoewel de reclassering geen onderdeel is van de gemeente, zie ik het als mijn taak om ook dit soort ongewenste situaties te bespreken.’

DOWNLOAD NU

BURGERCOÖPERATIES IN OPKOMST