De kracht van de samenleving

Vanuit de energie van burgers

‘De verzorgingsstaat verandert langzaam maar zeker in een participatiesamenleving. Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving.’ Koning Willem Alexander sprak deze woorden uit tijdens zijn allereerste troonrede op Prinsjesdag van dit jaar. De term participatiesamenleving kwam niet eenduidig positief bij iedereen binnen. Vanuit oppositiepartijen en samenleving klonk luide kritiek over ‘verkapte bezuinigingen’ en het gevaar dat kwetsbare groepen in achterstandswijken de dupe zouden worden van zo’n samenleving.
 
Premier Mark Rutte pareerde deze kritiek tijdens zijn Drees-lezing op 14 oktober:‘Het gaat niet om een verkapte bezuinigingsagenda van het kabinet. De ontwikkeling naar een participatiesamenleving is geen doel van beleid, maar een ontwikkeling die gaande is. En de Staat moet er op een verstandige manier mee omgaan.’ De premier legde bij zijn lezing de nadruk op de verscheidenheid aan succesvolle initiatieven in Nederland en haalde daarbij een aantal klinkende voorbeelden aan.
 
Maar die grote verscheidenheid aan initiatieven en de enorme bereidwilligheid van het individu zich maatschappelijk in te zetten vertaalt zich nog niet zo makkelijk naar de kwalitatieve uitwerking die dat heeft op de samenleving. Is, zoals Triodos Bank beweert, klein het nieuwe groot? Pakt de samenleving op wat overheid en bedrijfsleven laten liggen? Wat is de  bestendigheid van dergelijke bewegingen en hoe organiseer je dat al die verschillende initiatieven gezamenlijk een factor van belang worden?
 

Duurzame dinsdag als inspiratiebron

Dat de verscheidenheid aan initiatieven behoorlijk is, blijkt alleen al uit de honderden ideeën die jaarlijks aan het kabinet worden aangeboden in het kader van Duurzame Dinsdag. Duurzame Dinsdag is vijftien jaar geleden ontstaan uit de Nationale Toekomstprijs, waar mensen en organisaties hun idee voor een ‘duurzame en rechtvaardige toekomst’ kenbaar konden maken. Sommige initiatieven zijn zeer praktisch en lokaal gericht. Inwoners van de wijk de Venen in Wateringen kopen gezamenlijk PV-panelen en zonneboilers in. Andere ideeën zijn conceptueler van aard, innovatief en hebben een breed potentieel. Een voorbeeld hiervan is het gebruik maken van oppervlaktewater om (overheids)gebouwen te verwarmen. Greenwish, maakte een analyse van al deze ideeën en initiatieven en verwerkte deze in het essay ‘Geen Parels Zonder Oesterbank’. Zij ziet door de diversiteit aan initiatieven een soort burger-tot-burger economie ontstaan; “Ik heb een auto, jij betaalt mij voor het medegebruik. Ik kook lasagne, jij betaalt mij voor een maaltijd. Ik heb kleding over, die ruil ik met die van jou. Ik breek mijn been en betaal jou om voor mij boodschappen te doen. Ik koop biologische rijst groot in, zodat jij kunt meedelen in het prijsvoordeel. Ik neem jouw ‘afval’ af en maak er prachtige tassen van.” Het effect hiervan moet niet worden onderschat. Het gaat om honderdduizenden transacties per jaar. Het gaat om waardecreatie, duurzaamheid en sociale innovatie Het gaat ook om geld, maar nooit als leidend motief. Dit is een verfrissing van de economie, met nieuwe businessmodellen.

 

De meeste initiatieven leveren op diverse vlakken maatschappelijke waarde, en sorteren dus ook op meerdere terreinen effect. Bedoeld of onbedoeld hebben ze naast hun initiële oogmerk als verduurzaming of bewustwording het bijeffect dat er ontmoetingen plaatsvinden die anders niet tot stand waren gekomen. Het draagt op lokaal niveau bij aan de sociale cohesie en bovenlokaal tot wederzijds inspireren en stimuleren.

 

Initiatiefnemer Martine Postma organiseerde een eerste repaircafé  in 2009 in Amsterdam West. “Ik merkte op dat mensen spullen weggooien bij het kleinste mankementje. Dat is niet logisch en niet duurzaam. Bovendien is weggooien niet iets wat mensen doen omdat ze er lol in hebben. Ze doen dat omdat ze niet beter weten, ze kunnen niks anders bedenken. Veel mensen bezitten de kennis niet meer om spullen te repareren en de industrie moedigt reparatie niet aan. Die willen liever dat je nieuwe spullen koopt. Gelukkig zijn er nog wel een aantal mensen met tijd en het juiste technische inzicht, denk bijvoorbeeld  aan gepensioneerden of mensen die tijdelijk zonder werk zitten, die met alle liefde jouw oude spullen een tweede leven geven. Het eerste repaircafé was een groot succes. Naast het bij elkaar brengen van vraag en aanbod had het een grote sociale component. Allerlei verschillende mensen uit de buurt kwamen elkaar daar tegen.” Inmiddels is het concept uitgebreid naar 160 locaties in Nederland en meer dan 100 cafés in onder meer Duitsland, Canada, de VS, Italië en Groot Brittannië.

 

Lokale netwerken in soorten en maten

Duurzaamheid is natuurlijk niet het enige waarvoor mensen van de bank komen. In veel wijken en dorpen bestaan sinds mensenheugenis vaste lokale netwerken waar bewoners elkaar met kleine of grote gebaren ondersteunen. Dat is op zichzelf niets nieuws. Wel nieuw is dat deze netwerken steeds professioneler en georganiseerder voor de dag komen. Als het aankomt op laagdrempelige zorg wordt er lokaal nogal wat ondernomen. Dan kan je denken aan vrijwilligerswerk op brede schaal, zoals bij het Buddy Netwerk, een maatjesproject dat al 25 jaar loopt in Nederland. Zij bieden via professioneel opgeleide vrijwilligers één op één ondersteuning aan mensen die chronisch, levensbedreigend ziek of eenzaam zijn. In gebieden waar de vergrijzing sterk toeneemt en mensen toch nog zolang mogelijk thuis willen blijven wonen, zijn steeds meer zorgcoöperaties te vinden. Daarin worden zowel vrijwillige  bijdragen geleverd, zoals boodschappen doen of eten koken, maar wordt ook gezamenlijk zorg ingekocht. Neem Hogeloon waar bewoners het niet acceptabel vonden dat ouderen niet in het eigen dorp terecht konden voor zorg. Wat begon met een eetgroep is in de afgelopen jaren uitgebreid met dagbesteding, zorg thuis, tuinonderhoud, ondersteuning van vrijwilligers, spreekuur ‘wijkzuster’ en nu ook 24-uurszorg in twee villa’s.

 

Initiatiefnemers nemen publieke voorzieningen over

Door bezuinigingen bij lokale overheden vallen steeds vaker voorzieningen weg. Buurthuizen gaan dicht, het lokale zwembad verliest haar subsidie of de buurtsuper is vanwege een afnemend aantal inwoners niet langer rendabel. Door het hele land staan groepen bewoners klaar die met eigen inzet en middelen deze voorzieningen toch overeind willen houden. Dat varieert van speeltuinen tot basisscholen, maar gaat niet zonder slag of stoot. Het laat zich raden dat het nog niet makkelijk is om als bevlogen buren de rol van professionele instituties over te nemen. Wil je een zorgcoöperatie beginnen, zoals bijvoorbeeld in Hogeloon, dan is het nogal ingewikkeld om erkend te worden als zorgverlener. Daar zijn wettelijke regels voor vastgelegd. Zo’n kleinschalig initiatief kan daar niet aan voldoen. Wie een zwembad wil beheren zal wel een en ander moeten weten over de kwaliteitseisen die aan het water worden gesteld. En hoe zit het eigenlijk met aansprakelijkheid wanneer een bezoeker of vrijwilliger zich onverhoopt bezeert? Bij het beheren van maatschappelijk vastgoed zijn er vanuit overheidswege allerlei regels opgesteld waarin verantwoording moet worden afgelegd bij de gemeente. Voor enthousiaste initiatiefnemers kan dat een barrière zijn die de energie uit de ondernemingszin haalt. Kortom, initiatief nemen in een geïnstitutionaliseerde maatschappij is niet makkelijk. 

 

Kennis en ervaring delen

Gelukkig staan al die initiatieven niet op zichzelf. Een van de voordelen van een netwerksamenleving is dat we elkaar steeds makkelijker kunnen vinden en we opgedane informatie eenvoudig kunnen delen. Online worden initiatieven gebundeld op platforms en vormen zo een statuur. Goede voorbeelden hiervan zijn Stadslab Leiden, Gouda Bruist en Makers en Doeners. Stadslab Leiden ontstond vijf jaar geleden bij een stuk of wat creatieve inwoners die meer zelf wilden doen. Een kick-off bijeenkomst waar ook gemeente en corporaties deelnemer waren genereerde een explosie aan ideeën voor de stad. Nu is het stadslab aanjager en mediator met een netwerklijst van duizend personen en organisaties. Een aantal van de initiële ideeën draait op dit ogenblik als zelfstandige projecten. Corinne den Ouden, secretaris van het Stadslab: “We merken dat iedereen in Leiden met een idee of initiatief ons weet te vinden. Evenals de gemeente en andere partijen. We moeten wel oppassen dat we niet teveel met de bestaande instituties meebuigen. Wij doen dit allemaal vrijwillig en hebben een baan daarnaast. Overdag meevergaderen op het gemeentehuis wordt dus lastig.” Doordat Stadslab zo’n uitgebreid netwerk en kennis van zaken heeft wordt het een stuk makkelijker om goede ideeën te verwezenlijken. Corinne: “Wat niet betekent dat wij alles maar doen. Iemand met een initiatief moet wel bereid zijn er echt zelf de schouders onder te zetten. Want wij kunnen een hoop regelen, maar we nemen het niet van ze over.” Ook Gouda Bruist vormt een platform waar allerlei projecten in en rond Gouda samenkomen. Met wat financiële hulp van Stichting Doen en twee woningbouwcorporaties onderhoudt een actieve club inwoners een website en netwerk van waaruit initiatieven ondersteund kunnen worden.

 

Landelijk niveau

Naast de lokale initiatievenmakelaars zijn er ook op landelijk niveau diverse ondersteuningsorganisaties actief. Sommigen al jaren, zoals Greenwish, Enviu, Wijkalliantie, Nudge en de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen.  Wat zij gemeen hebben is dat ze zelf ook een maatschappelijk initiatief zijn en dat ze  een makelende en schakelende rol vervullen tussen diverse partijen die kunnen helpen  ideeën en initiatieven tot wasdom te laten komen. Bij de een blijft het een vrijwillig initiatief, bij de ander is het gericht op het maken van een sociale onderneming waarbij maatschappelijke impact en betaald werk hand in hand gaan.  En is er sprake van initiatieven die vooral willen laten zien wat er in de samenleving gebeurt, zoals Kracht in NL en de Community Lovers Guide, om daarmee te inspireren, te leren, en nieuwe ontmoetingen te creëren.

 

Ook ondernemers starten steeds vaker een maatschappelijk georiënteerd initiatief waarbij eventuele winsten weer in de onderneming worden geïnvesteerd ten behoeve van dat doel.  ESFA Rotterdam bv is een mvo-onderneming waar werken en leren samenkomen. ESFA is een initiatief van Gemeente Rotterdam, e-scooterfabrikant QWIC (producent van elektrische scooters en fietsen) en Maas Leerfabrieken. Het bedrijf biedt mensen met enige afstand tot de arbeidsmarkt de kans om een start te maken met een carrière in de techniek, in een speciaal ingerichte praktijkomgeving. Een bijzondere samenwerking waarbij ook de Hogeschool Rotterdam, het CIVOM en RDM Campus nauw betrokken zijn.

 

Belangrijke rol voor nieuwe media
Internet, apps en sociale media spelen een steeds belangrijkere rol bij de totstandkoming en uitvoering van ideeën. Niet alleen zorgen die voor meer zichtbaarheid van initiatief, via de vele verschillende online netwerken is het delen van opgedane kennis en het activeren van medestanders een stuk makkelijker geworden dan pakweg 20 jaar geleden. Nieuwe instrumenten als crowdfunding, crowdsourcing, open data en big data kunnen de totstandkoming en uitvoering van initiatieven significant verbeteren.  Enviu is zo'n organisatie die handig gebruik maakt van de mogelijkheden die deze relatief nieuwe ontwikkelingen bieden. Zij helpen, veelal jonge, initiatiefnemers bij het ontwikkelen van duurzame en sociaal innovatieve ondernemingen. Ze beschikken over een behoorlijke community. In dit geval meer dan 10.000 'specialisten' uit meer dan 30 landen. Deze community wordt uitgenodigd mee te denken over lokale vraagstukken. Samen met de initiatiefnemer(s) wordt het idee vervolgens – veelal online - verder ontwikkeld.
 
Crowdfunding en crowdsourcing
Meedenkkracht mag broodnodig zijn, zonder financiering kom je ook niet ver. Voorjebuurt.nl is in het leven geroepen om daar op een andere manier in te voorzien. Crowdfunding dus. Netwerk democratie en Stichting kennisland kwamen met het idee voor dit platform waar bewoners de mogelijkheid hebben andere middelen aan te boren dan de gebruikelijke subsidiepot. Buurtgenoten, bedrijven en sympathisanten kunnen via dit platform geld doneren. Dat brengt niet alleen geld in het laatje maar is ook van invloed op het lokale commitment. Wie investeert wil tenslotte graag kwaliteit zien. 
 
Vraag en aanbod
Naast crowdfunding is er online een levendige handel te vinden in vraag en aanbod van diensten, cursussen, klussen. In Haarlem en inmiddels ook in Zaanstad zorgt buuv.nu voor een online marktplaats van allerlei hand en spandiensten. Dat kan gaan om samen boodschappen doen of hulp bij het verwijderen van een vloer. Een aantal regio-overstijgende communities faciliteert netwerken rond leefbaarheid en sociale cohesie. Mijnbuurtje.nl, buurbook.nl en tijdvoorelkaar.nl bijvoorbeeld, bieden een platform waarop, bewoners, gemeenten, welzijnsorganisaties en bedrijven elkaar kunnen vinden om in elkaars behoeften te kunnen voorzien.
 
De kracht die in de samenleving zit is groot. Hoe meer zichtbaar,  hoe aanstekelijker dit werkt. Door de krachten slim te bundelen via netwerken als Kracht in NL, wordt de participatiesamenleving waar de troonrede op doelt realiteit. Maar dan wel vanuit de energie van burgers zelf, bottom up en eigentijds.
 
Bekijk het magazine voor meer informatie over verschillende initiatieven uit de samenleving. 

 

DOWNLOAD NU

BURGERCOÖPERATIES IN OPKOMST